Ik heb een bovenmatige interesse in geschiedenis. Tijdens mijn schoolperiode heb ik heel even gedacht om geschiedenis-lerares te worden. Heel even maar. Nu, jaren later, begrijp ik beter waar die bovenmatige interesse vandaan komt. Het heeft alles te maken met de connectie die ik als persoon – of ziel, zo je wilt – met bepaalde historische perioden of personen voel. Die interesse springt van de tijd van Egyptische farao’s naar de Griekse mythologie, naar de tijd van Jezus.
Maar ook naar onze eigen Nederlandse geschiedenis en dan specifiek de Middeleeuwen rond het jaar 1000. Laat daar nu op dit moment toevallig een tentoonstelling over zijn in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden*.
Omdat ik toch vrij ben, maak ik er een dagje uit van en banjer heerlijk door het museum. Al eerder bezocht ik het museum vanwege de geweldige afdeling over de Egyptische oudheid. Nu focus ik mij op de tentoonstelling ‘Het jaar 1000’ over Nederland in het midden van de Middeleeuwen, 900-1100. Om nog even mijn interesse in specifiek dit stukje geschiedenis toe te lichten: het is de periode waarin Hilsondis leefde; de naamgeefster van mijn website (het hoe en waarom daarvan lees je hier).
De tentoonstelling geeft op verschillende vlakken een indruk van Nederland in en rond het jaar 1000; de natuur, gedachtewereld en bevolking. Wist je dat Nederland qua aantal mensen pas echt begon te groeien rond en na het jaar 1000? Twee aandachtsgebieden in de tentoonstelling trekken echter vooral mijn aandacht; de oudste oorkondes van Nederland en het deel over Evangeliariums. Waarom? Omdat op beide aandachtsgebieden prompt de namen van Hilsondis en Ansfried oppoppen.
De oudste oorkondes van Nederland staan op naam van juist dit echtpaar. Ze bevatten onder andere een oprichtingsakte van de abdij in Thorn (Limburg) door het echtpaar, een schenking van munt- en markrechten en een schenking van goederen áán hen door de heerser van het Heilige Rooms Rijk van dat moment; Otto III. De oorkondes geven een beeld van hoe het er in die tijd aan toeging, waar de macht lag, hoe zaken werden geregeld.**
Dan de Evangeliariums. Dit zijn rijkversierde boeken die de vier evangeliën bevatten (Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes). In een video tijdens de tentoonstelling wordt toegelicht hoe zo’n Evangeliarium ontstaat. Of eigenlijk: wordt versierd. Want bijvoorbeeld het Evangeliarium van Egmond – dat wordt beschouwd als het belangrijkste 10de-eeuws boek in Nederland – bevat evangelieteksten die zijn geschreven rond het jaar 875. Rond 900 werd het versierd met extra pagina’s en nog later worden graaf Dirk II en gravin Hildegard achterin het boek toegevoegd, afgebeeld als de schenkers van het boek aan de abdij van Egmond rond 975.

bron: website Rijksmuseum van Oudheden – tentoonstelling Het jaar 1000
Je raadt het al; ook Ansfried heeft een Evangeliarium op zijn naam staan. Het staat ook wel bekend als de Ansfried-codex.

bron: eigen foto
Ook dit Evangeliarium is uit de 10e eeuw en bevat de vier evangeliën, versierd met een boekband van later datum, bezet met edelsten en goud (11de-13de eeuw). Erop afgebeeld zijn de symbolen van de vier evangelisten, een koning en koningin, twee engelen met wierookvaten en een hert. Ansfried schonk dit Evangeliarium aan de Sint-Maartenskerk (de Dom in Utrecht), waar hij na het overlijden van Hilsondis, bisschop van Utrecht werd.
Het feit dat de oudste oorkondes op naam van Hilsondis en Ansfried staan en zij een rijk versierd Evangeliarium geschonken hebben, zegt duidelijk iets over hun macht en invloed in die tijd.
* tm 14 maart 2024
** bron: pdf ‘Waarvan akte – achtergrondinformatie’ te downloaden via https://www.museumthorn.com/nl/oorkonden